Als we het hebben over Ajaxiconen, denk ik meestal als eerste aan spelers die door de club zelf zijn opgeleid. Soms komen er echter pareltjes van buiten, die ook een heldenstatus verwerven. Zoals Luis Suarez, die mij drieënhalf jaar lang betoverde.
Suarez streek in 2007 neer in Amsterdam, nadat hij een arbitragezaak tegen zijn vorige werkgever FC Groningen had aangespannen. Niet de meest chique manier om een transfer te forceren, maar wat was ik blij dat de Uruguayaanse scherpschutter voor mijn club kwam voetballen. In het hoge noorden had ik hem immers al weergaloze dingen zien doen.
Daar stond hij dan, op het veld van de toenmalige Amsterdam Arena. Shirt uit de broek, lange haren langs zijn gezicht en die welbekende brede glimlach. Klaar om het publiek te betoveren. Want dat was wat hij deed. Met zijn onnavolgbare acties, oogstrelende doelpunten en maniakale werkdrift.
El Pistolero vond oplossingen die anderen niet zagen. Hij maakte acties die zelfs de meest fantasierijke supporters niet konden voorspellen. Daarmee kreeg hij het publiek steevast op de banken. Hij wilde ook altijd meer, een heldenstatus verwerven, zoals dat mannen als Jari Litmanen en Stefan Pettersson eerder ook was gelukt. “Want alleen dan vergeten supporters mij nooit,” benadrukte hij.
Nou, daarin is de balkunstenaar meer dan geslaagd. Nog regelmatig denk ik terug aan de man die mij zoveel voetbalplezier schonk. Met het seizoen 2009/2010 als hoogtepunt. In de competitie maakte hij 35 goals. Daarmee werd hij niet alleen de meest trefzekere buitenlander, ook slaagde sindsdien geen enkele topscorer van de eredivisie er meer in dat waanzinnige aantal doelpunten aan te tikken.
Voor Suarez ging je als supporter naar het stadion. Vermaak gegarandeerd. Neem bijvoorbeeld zijn honderdste treffer in het wit-rood-wit. Suarez maakte die goal in de voorronde van de Champions League, met Paok Saloniki als tegenstander. Hoe? Met een heuse omhaal. Alsof het zo moest zijn. Om achter de schoonheid van zijn treffers nog maar eens een groot uitroepteken te zetten.
Zijn honderdste goal was een omhaal. Om achter de schoonheid van zijn treffers nog maar eens een groot uitroepteken te zetten.
Met zijn Zuid-Amerikaanse temperament deed hij bovendien alles voor de overwinning. Ook als die acties over het randje waren. Wie herinnert zich niet zijn beruchte handsbal tijdens de kwartfinale van het WK in 2010? Suarez sloeg de bal letterlijk voor de doellijn weg en voorkwam daarmee een historische halve finaleplek voor Ghana. De toegekende strafschop werd immers gemist.
Niet voor niets kreeg Suarez de bijnaam ‘geniale gek’. Zo fraai als zijn acties waren, zo erg kon men zich storen aan zijn schwalbes. Ook had hij er een handje van zich vast te bijten in de tegenstander. En dat bedoelen we letterlijk. Ook op 20 november 2010 sloegen de stoppen bij hem door.
In de kraker tegen PSV zette de bijtgrage Suarez zijn tanden in het sleutelbeen van Otman Bakkal. Aan de hand van de televisiebeelden, werd hij vervolgens voor zeven wedstrijden geschorst, waardoor een surrealistisch afscheid volgde. In de winterstop kreeg Suarez immers zijn gewenste transfer naar Liverpool. We zagen hem alleen nog tweemaal in actie in de Champions League, want nationaal zat hij zijn fikse schorsing uit.
En toen zat plots het Amsterdamse avontuur erop. Geniale gek of niet, mij beklijven vooral de ontelbare mooie momenten die Suarez mij als jeugdige supporter schonk. Van intuïtieve volleys tot wonderlijke lobballen. Van smerige panna’s tot stijlvolle afrondingen.
In 179 wedstrijden was hij goed voor 111 goals en 68 assists. Duizelingwekkende statistieken. Daarom is het best opmerkelijk dat Suarez zijn club niet overlaadde met prijzen. Hij werd zelf weliswaar tweemaal verkozen tot Ajacied van het Jaar, maar won slechts één KNVB-beker en één Johan Cruijffschaal.
In mei 2011 – toen Suarez al lang en breed bij Liverpool voetbalde – pakte Ajax de landstitel. De derde ster was een feit. De Uruguayaan kreeg vervolgens nog wel een medaille, voor zijn eerdere bijdragen aan het kampioenschap van dat jaar. Een medaille die hem van harte toekwam. Toch nog een tastbare prijs voor de baltovenaar die ik nooit vergeet.
Deze ode is onderdeel van onze inmiddels gesloten iconenverkiezing, waarin we op zoek gingen naar de 125 meest iconische Ajaxvoetballers uit de roemrijke geschiedenis. We presenteren de door jullie samengestelde selectie in de jubileumeditie van ons magazine Ajax Life.
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2025 ajaxlife.nl – Powered by TRES