De oer-Rotterdammer groeide in zijn imposante carrière uit tot het archetype van de alleskunner. Degelijkheid gekoppeld aan kwaliteit. Elke handeling gebaseerd op functionele techniek. Eenvoud tot kunst verheffen. Zonder morren, cijferde hij zichzelf weg voor de mannen die voorin het verschil konden maken. In het voetbal noemen ze dat het cement tussen de stenen. Zonder deze sterkhouders kunnen de sterren nooit stralen. 

Zijn spelinzicht was zo groot dat Johan Cruijff blind op hem vertrouwde. Ze betoverden met Oranje de wereld in 1974, pionierden in de Verenigde Staten, raakten goed bevriend, werden trainer en vonden elkaar in hun streven het niveau van de Nederlandse jeugdopleiding verder omhoog te krikken. De zielsverwanten hebben plaveiden de paden voor latere generaties. “Wim is een beetje Johan en Johan is een beetje Wim,” zei Jordi Cruijff na de dood van Jansen in 2022 over de unieke twee-eenheid. 

Dus toen Cruijff begin jaren tachtig Ajax ging adviseren, wist hij gelijk wie de missing link op het veld was. De 34-jarige Jansen kwam terug uit de Amerikaanse competitie. Natuurlijk lag zijn hart nog bij Feyenoord, waar hij meetrainde, maar de club het niet met hem aandurfde.

Jansen viel voor de plannen van Cruijff, die Ajax wilde hervormen en in Frank Rijkaard een leider voor de toekomst zag. Maar de zeventienjarige slungel had nog wel een mentor nodig, die hem tactisch inzicht en beroepsernst kon bijbrengen. Of zoals Cruijff het later stelde: “Om hem wakker te houden.” 

Voor een dromerige tiener was het een feest in De Meer te zijn.

Scrollend door de digitale encyclopedie, verbaasde het me dat nog best veel spelers van Feyenoord naar Ajax zijn gegaan: negentien. Andersom waren het er zelfs nog veel meer: 44. Bij het gros werd daar niet zo opgewonden over gedaan.

Bij Jansen, het meest geliefde kind van de club, wel. Vlak voor zijn debuut op 7 december 1980, uitgerekend in De Kuip, mikte een verdwaasde Feyenoordsupporter meteen een ijsbal in zijn oog. Jansen viel uit, maar herpakte zich. Onder zijn leiding klom Ajax binnen vijf maanden van de achtste naar de tweede plaats. 

In de volgende winter voegde ook Cruijff zich weer als speler bij de groep. Ik kan de perfecte mix tussen ervaring en talent wel dromen. Piet Schrijvers, Jansen, Rijkaard, Peter Boeve, Cruijff, Dick Schoenaker, Søren Lerby, Tscheu La Ling, Gerald Vanenburg, Wim Kieft en Jesper Olsen. Die ultra-offensieve ploeg, spelend in een 3-4-3-formatie, werd kampioen en maakte 117 doelpunten. Voor een dromerige tiener was het een feest in De Meer te zijn.   

Rijkaards leermeester zou 59 officiële duels voor Ajax spelen, voordat hij afscheid nam. Op zich geen aantal om een iconische status te verdienen, maar Jansen is de uitzondering die de regel bevestigt. Dat zijn naam nog regelmatig viel in de iconenlijstjes die we de afgelopen weken binnenkregen, doet me goed.

Het betekent dat gezond verstand en voetbalkennis voor de meeste mensen gelukkig zwaarder wegen dan blind fanatisme. En dat Jansen in het Ajaxshirt op de juiste waarde wordt geschat. Als een gouden schakel in een van de beste elftallen uit de 125-jarige historie. 

De perfecte mix tussen ervaring en talent. © AFC Ajax

Deze ode is onderdeel van onze inmiddels gesloten iconenverkiezing, waarin we op zoek gingen naar de 125 meest iconische Ajaxvoetballers uit de roemrijke geschiedenis. We presenteren de door jullie samengestelde selectie in de jubileumeditie van ons magazine Ajax Life.