Het ene kleine ronde koekje na de ander verdwijnt onder de malende kiezen van taxichauffeur Aynur. Hij stuurt me behendig door het chaotische verkeer van Bakoe terug naar mijn hotel. De persconferentie van Francesco Farioli en Daniele Rugani is net voorbij.
Een paar uur eerder wandel ik naar het stadion. Dit deel van de stad ziet er duidelijk anders uit dan het centrum bij de kust. Grote woonblokken waar serieus veel mensen opeen wonen. In Bakoe wonen zo’n 2,3 miljoen zielen. Het driftige getoeter van automobilisten ben ik inmiddels gewend.
Dan verschijnt het Tofikh Bakhramovstadion in beeld. De voorkant is er eentje met imposante zuilen. Het lijkt eerder op een gerechtsgebouw dan op een stadion. Er passen dertigduizend mensen in. Een hek staat open. Ik glip er doorheen. Als ik om het stadion heen loop, ben ik toch onder de indruk. De dakconstructie is enorm en het in 1951 geopende stadion wijds. Dat komt ook door de sintelbaan.
Als ik een foto door een opening van de binnenkant wil nemen, klinkt een fel fluitje. “No pictures!” Het fluitje klinkt weer venijnig. De geluiden komen uit een houten hokje waar een gedrongen mannetje met pet mij in zich opneemt. Hij kijkt me buitengewoon streng aan, terwijl hij een vinger heen en weer beweegt. Ik zwaai even en loop braaf door.
Bij de persingang toon ik mijn accreditatie en kan ik zo doorlopen. Binnen maak ik alsnog de gewenste plaatjes. De buitenkant van het stadion vind ik mooier dan de binnenkant.
De geluiden komen uit een houten hokje waar een gedrongen mannetje met pet mij in zich opneemt. Hij kijkt me buitengewoon streng aan, terwijl hij een vinger heen en weer beweegt.
Het perspraatje van de Italiaanse trainer en zijn landgenoot vindt plaats in de perszaal van het stadion. Slechts twee verslaggevers uit Nederland zijn ter plaatse: wijzelf en Johan Inan van het Algemeen Dagblad. Toch is het druk, want de Azerbeidzjaanse pers is uitgelopen. Zij mogen als eerste vragen stellen.
De vragen worden gesteld in het Azerbeidzjaans, vervolgens vertaalt een vriendelijke tolk het in het Engels. Dan geven Farioli of Rugani antwoord in het Engels, waarna de tolk het weer vertaalt voor de plaatselijke media. Het levert een ietwat rommelige persco op. Rugani blijkt het Engels zelfs wat onmachtig, waar hij zijn excuses voor maakt. Hij lijkt zelfs een beetje zenuwachtig, al moet juist hij wel wat gewend zijn.
Farioli spreekt zijn grote waardering uit voor meegereisde Ajaxsupporters. Het is mooi te horen hoe bewust hij zich is van wat fans er voor moeten doen en laten. Hij zegt het duidelijk niet alleen voor de bühne of om de populariteitsprijs te winnen. Door wat hij zegt, weet je dat hij zich erin heeft verdiept.
Het vragenvuur zit er na een dik halfuur op. Rugani kan meteen het gereedstaande busje in, maar de persvoorlichter van Ajax moet even wachten op de trainer. Farioli blijkt populair bij de Azerbeidzjaanse media. Een aantal journalisten houdt hem aan voor foto’s en selfies.
Voor hij het gaspedaal intrapt, steekt hij beleefd zijn hand naar me uit. ‘Hello, my brother, my name is Aynur. Where are you from?’ De koekkruimels zitten in zijn mondhoeken en liggen op zijn trui.
Ik werk snel de persconferentie uit en ga erna op zoek naar een Bolt, een soort Uber. Na zes geannuleerde aanvragen, besluit ik geïrriteerd een reguliere taxi aan te houden. Achter het stuur zit het koekiemonster uit de inleiding. Het ritje kost tien manat, omgerekend zo’n vijf euro. Dat is niks.
Voor hij het gaspedaal intrapt, steekt hij beleefd zijn hand naar me uit. “Hello, my brother, my name is Aynur. Where are you from?” De koekkruimels zitten in zijn mondhoeken en liggen op zijn trui. “You want one?” Aynur houdt het pak koek mijn richting uit. “Here, take!”
Al sturend, toeterend, pratend en koek etend rijden we door de drukke stad. Steeds als Aynur een koekje neemt, biedt hij mij er ook eentje aan. Van Ajax heeft hij nog nooit gehoord. Over de Formule 1 in zijn stad is hij wel te spreken, al zijn veel stadsgenoten dat niet met hem eens. Die vinden het maar niks dat de stad een maand volledig op slot zit.
In een smalle straat arriveren we bij het hotel. We geven we elkaar een hand. Achter ons wordt alweer zenuwachtig getoeterd. Aynur is er duidelijk niet van onder de indruk en biedt me grijnzend nog een laatste koekje aan.
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2024 ajaxlife.nl – Powered by TRES