Soms is het fijn om even weg te dromen en herinneringen aan het verleden op te halen. Dat is ook wat Ruud Westerink deed voor zijn scriptie ‘De rood-witte schare’, waarin helden, symbolen en herinneringen van Ajaxsupporters centraal staan. Met behulp van dat document duiken we in de roemrijke Ajaxhistorie. Dit keer over ‘buurtclub’ Ajax.
“Een lekker gammel en krakkemikkig stadion. Klein. Ajax was daar eigenlijk een buurtclub,” zo omschrijft Menno Pot stadion De Meer, van 1934 tot 1996 de thuishaven van Ajax. Waar de Amsterdamse voetbalgrootmacht tegenwoordig mikt op internationale exposure, voelde Ajax in de vorige eeuw nog wat meer als de club van de doorsnee Amsterdammer. De spelers waren meer benaderbaar voor de gewone supporter.
Dat weet ook Ajacied Max, die in de jaren zeventig vaak bij de trainingen aanwezig was. Als klein jongetje was hij regelmatig in het materiaalhok te vinden, waar hij meer dan eens werd verblijd met programmaboekjes, shirtjes, voetballen of kicksen. En dat niet alleen. “Dan kwamen Cruijff, Suurbier en al die andere spelers het hok in en daar zat ik dan,” vertelt Max. “Die spelers kenden mij wel van gezicht. ‘Hé jochie,’ zeiden ze dan. Ik vond alles fascinerend.”
Interviews met Ajacieden moeten tegenwoordig door de media worden aangevraagd en de trainingen zijn slechts sporadisch toegankelijk voor publiek. Eigenlijk kun je profvoetballers in die zin vergelijken met bekende artiesten. Hoe anders was het vroeger. Max herinnert zich nog dat de adressen van de spelers gewoon in de Voetbal International stonden. Zo konden kinderen even langs fietsen om een handtekening te halen. Het is nostalgie pur sang!
De wereld van het profvoetbal was in de jaren zeventig veel kleinschaliger. Nog niet de miljardenindustrie zoals we die nu kennen. Op niet-wedstrijddagen liep je zo bij De Meer naar binnen. Als je naar het stadion belde en de receptioniste nam even niet op, dan kon het zomaar zijn dat toenmalig voorzitter Jaap van Praag of hoofdtrainer Rinus Michels opnam.
Lawrence de Munck, onder de kijkers van AT5 beter bekend als ‘Kale’, deelt zijn herinneringen aan die tijd. “Bij de trainingen stonden van die beruchte oude mannetjes, met van die lange jassen en petjes op. In weer en wind gingen die kijken. Dat was geweldig. Als jonge jongen ging je naar binnen toe, om boven bij tante Sien een balletje gehakt eten. Daar stond ook de prijzenkast met de Europa Cup, de bekers en God mag weten wat we allemaal niet hadden. Die kon je gewoon aanraken.”
Voor veel Ajacieden voelde het stadion dan ook als thuis. Iets wat bij voetbalsupporters in zijn algemeenheid veel voorkomt, omdat het de plek is waar mensen al van jongs af aan komen. Je kunt er een deel van je identiteit opbouwen en je onderdeel voelen van een groter collectief. Daardoor kunnen stadions een bindende factor zijn voor verschillende generaties supporters.
De tijden zijn veranderd. Ajax kan niet meer bestempeld worden als de buurtclub van weleer. De Meer heeft plaats gemaakt voor de Johan Cruijff Arena, maar het stadion kan wel nog altijd een bindende factor vormen voor iedereen met een wit-rood-wit hart.
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2025 ajaxlife.nl – Powered by TRES