Mensen vragen mij vaak wie mijn favoriete Ajacied is. Over het antwoord hoef ik nooit lang na te denken. Ik neem hem dan ook zonder twijfel op in mijn lijstje met Ajaxiconen. Zijn naam? Klaas Jan Huntelaar, baas van beroep.
Met als bouwjaar 1998, behoor ik tot een jongere generatie Ajacieden. Ik ken de verhalen over hoe Ajax in de gouden jaren zeventig Europa veroverde, hoe Patrick Kluivert zijn ploeg naar de Champions Leaguewinst punterde en hoe de ‘puppies’ van Ronald Koeman de kwartfinale van het miljoenenbal bereikten, maar ik maakte het nooit bewust mee.
Als ik een jaar of zeven ben, begin ik Ajax echt te volgen. Huntelaar speelt dan nog voor sc Heerenveen. Een van mijn eerste herinneringen aan de spits, is hoe hij in het Pompeblêdeshirt zijn afscheidswedstrijd voor de Friese club speelt. Ajax wordt ingepeperd in een Abe Lenstra Stadion vol sneeuw. Huntelaar scoort twee keer.
Pijnlijk voor mij als jonge Ajacied, maar die herinnering maakt al snel plaats voor mooie momenten. Huntelaar stapt kort daarna over naar Ajax. Zijn eerste goal voor zijn nieuwe werkgever maakt hij uitgerekend tegen sc Heerenveen, in de kwartfinale van het KNVB-bekertoernooi. Maar wat hij een ronde later tegen Roda JC flikt, is nog mooier.
Ajax staat in de negentigste minuut met 1-0 achter. De ploeg van Danny Blind is dood en begraven. En dan, uit het niks, is daar Huntelaar. Met een rake omhaal sleept hij een verlenging uit het vuur, waarin Ajax uiteindelijk met 4-1 wint. Ik herinner mij het commentaar nog goed. ‘En de omhaal… En het doelpunt! Wie anders dan Klaas Jan Huntelaar?!’ Het is een moment dat mij altijd bijblijft.
Maar als ik aan Huntelaar denk, is er één herinnering die altijd als eerste naar bovenkomt: FC Groningen - Ajax, 20 april 2019. Na de zege op bezoek bij Juventus eerder die week, zweven we met z’n allen op een wit-rood-witte wolk. Wie kan ons nog wat doen? We staan bovendien bovenaan in de eredivisie, al is het verschil met PSV minimaal.
Het uitvak ontploft. Ik ontplof. En Huntelaar? Die ontploft driedubbel zo hard.
En dan volgt FC Groningen-uit. In de groene kathedraal heeft Ajax het verschrikkelijk moeilijk. De tijd tikt weg en de brilstand staat nog altijd op het scorebord. De 34ste landstitel lijkt uit onze handen te glippen. Ik voel de bui al hangen. Nog voor het eindsignaal heeft geklonken, ben ik al bloed- en bloedchagrijnig.
Huntelaar mag invallen, met nog een halfuurtje op de klok. Gaat dit nog goedkomen? Godzijdank wel, met dank aan… Jawel, daar is-ie weer: wie anders dan Klaas Jan Huntelaar?! Op randje zestien wurmt hij zich langs Tim Handwerker en schiet hij vanuit de draai behendig raak.
Het uitvak ontploft. Ik ontplof. En Huntelaar? Die ontploft driedubbel zo hard. Het shirt gaat uit als hij richting de hoek van het stadion rent, waar Ajaxsupporters compleet uit hun dak gaan. Ook op de thuistribune springen uitzinnige Ajacieden op. Huntelaar juicht zoals alleen hij kan juichen. Wat een moment.
Maar dan komt de VAR op de lijn. Heeft Huntelaar een overtreding gemaakt? Nagelbijtend wacht ik de beslissing af. Het duurt ruim een minuut, maar het voelt als een uur. En dan is daar het verlossende woord: het doelpunt blijft staan. Wat een opluchting. Na afloop schreeuwt een euforische Donny van de Beek door de spelerstunnel: “Klaas is baas!”
En zo is het maar net.
Deze ode is onderdeel van onze iconenverkiezing, waarin we op zoek gaan naar de 125 meest iconische Ajaxvoetballers uit de roemrijke geschiedenis. Heb jij al gestemd?
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2024 ajaxlife.nl – Powered by TRES