Bij Ajax hebben we over het algemeen niet te klagen over het aantal Nederlanders dat binnen de lijnen verschijnt. Met mannen als Remko Pasveer, Jurriën Timber, Daley Blind, Ryan Gravenberch en Steven Berghuis beschikt hoofdtrainer Erik ten Hag over voldoende basisspelers van eigen bodem. Bovendien maken ook jongens als Davy Klaassen, Devyne Rensch en Perr Schuurs met grote regelmaat minuten.

Toch gaat dit verhaal niet overal op. Sterker nog, als we buiten de deuren van de Johan Cruijff Arena kijken, blijkt er sprake van een negatieve tendens op dit gebied. Uit recent onderzoek komt naar voren dat in het lopende eredivisieseizoen buitenlanders meer speeltijd krijgen dan Nederlanders.

Dat is geen beste ontwikkeling, zo constateert Overmars in gesprek met Voetbal International. De directeur voetbalzaken noemt daarbij de situatie over de grens als voorbeeld. “In Engeland was dit al heel veel jaren aan de gang, dat clubs nagenoeg geen Engelse spelers meer hadden. Dat is wel aan het veranderen, maar het gaat langzaam,” weet de voormalig buitenspeler.

Aanbevolen

Toffe beelden: Vak410 brengt ode aan Amsterdam

“Het gevolg was dat de Engelse nationale ploeg ook al die tijd veel moeite had om succesvol te zijn,” vervolgt Overmars. “Talenten kregen nagenoeg geen kansen, waardoor ze zich niet of pas heel laat kunnen ontwikkelen.”

Overmars waarschuwt ervoor dat eenzelfde situatie in Nederland absoluut niet wenselijk is. “Zoiets moet niet overwaaien naar ons. Eigenlijk zou er een regel voor moeten zijn waarin een quotum wordt vastgelegd. Dan dwing je de Nederlandse markt een kans te geven. Dat zou goed zijn voor het Nederlandse voetbal. Spelers moeten in hun eigen land kansen krijgen.”

Met het terughalen van Brian Brobbey en de recente interesse in Steven Bergwijn lijkt Ajax zich in ieder geval nadrukkelijk op de Nederlandse markt te oriënteren. Wellicht is dit toeval, maar het sluit in ieder geval aan bij de woorden van Overmars.