In navolging van Ajax tegen Excelsior, kende ook Celta de Vigo een moeizame generale repetitie voor de vierde groepswedstrijd in de Europa League, aanstaande donderdag om 21.05 uur. De ploeg van trainer Manuel Berizzo kwam op Gran Canaria niet verder dan een 3-3-gelijkspel tegen Las Palmas.

“Celta had moeite om het duel te controleren, maar wachtte geduldig af en scoorde uit vrijwel iedere aanval. Na twintig minuten stond het al 0-3 en zou de wedstrijd gespeeld moeten zijn. Uiteindelijk mocht de ploeg blij zijn dat het met tien man nog een gelijkspel pakte,” zegt Clemente Garrido, Celta-watcher namens de Spaanse sportkrant AS.

Grote uitblinker aan de kant van Celta was Iago Aspas. De Spanjaard is de absolute leider van het elftal, maar bleef tegen Ajax negentig minuten op de bank. Aspas scoorde tegen Las Palmas de tweede en derde treffer. “Berizzo speelt dit seizoen met twee verschillende teams. Zijn beste spelers spelen in de competitie en in Europa treedt hij aan met een aangepast team.”

“Daar is bij de fans wel kritiek op, maar zo deed hij dat bij zijn vorige clubs schijnbaar ook. Hij denkt dat Celta dan alsnog goed genoeg is om bij de eerste twee in de groep te eindigen. Tegen Standard Luik en Panathinaikos moeten de punten gepakt worden,” zegt Garrido.

Niet blij

Wie er donderdagavond in Amsterdam aan de aftrap zullen verschijnen, blijft zelfs voor de clubwatcher lastig te voorspellen. “De kans is groot dat Celta tegen Ajax weer met een B-ploeg aantreedt. Ik denk dat bijvoorbeeld Pione Sisto, Aspas, Orellano en anderen die zaterdag speelden niet zullen meedoen tegen Ajax. Ze zullen hooguit invallen. Ik weet dat Aspas daar niet blij mee is. Hij is een jongen van de club en wil graag Europees spelen.”

Celta, dat in de Primera División een plek nastreeft die recht geeft op een nieuw Europees avontuur, zal de wedstrijd in dezelfde filosofie benaderen als Ajax. “Celta wil ook controleren vanuit balbezit en veel aanvallen. Daar lijdt de verdediging soms onder. De filosofie is gelijk aan die van FC Barcelona, Ajax, aan Johan Cruijff eigenlijk.”