Eerst even het veld. Dat leek op de Arena in de slechtste dagen – geschikt voor Holiday on Ice maar niet voor voetbal. Bosz: “Het veld leek wel een draaischijf. Bij iedere aanname nam een speler zo een hele plag mee. Onvoorstelbaar. Alle spelers gleden de hele eerste helft uit. En dan gaan ze in de rust toch nog sproeien. Ongelooflijk.” 

Toch is hij content met het resultaat, vertelt Bosz onder andere aan de NOS. “Ja ik ben wel tevreden. Als ik de hele wedstrijd bekijk, kan ik ermee leven. Ik vind wel; als je voor komt, zo vlak voor tijd… Tel daarbij op die mogelijkheid van Traoré bij 2-1, waar hij een teenlengte tekort komt. Dan hoop je dat hij de 3-1 maakt. Maar ik heb gewoon een goed Ajax gezien.”

Toch zat winst er ook best in – zo was ook de reactie van de Ajaxspelers – moet Bosz toegeven. “De jongens kwamen uit de kleedkamer en vinden dat ze deze wedstrijd hadden moeten winnen. Vaak voelen spelers dat wel goed aan.”

“Aan de andere kant, laten we eerlijk zijn; je komt als koploper hier naartoe en speelt tegen Celta de Vigo dat moet winnen om over ons heen te gaan. De moeilijkste uitwedstrijd in de poule, op papier, op voorhand. En die speel je gelijk. Dan doe je het gewoon prima.”

Bosz bekent tot zijn spijt dat de 2-2 de mooiste van de avond was. “Ik zag hem zo gaan... En wilde de bal uit de bovenhoek wegkijken. Je ziet hem er dan in gaan. Verschrikkelijk.”

En die goaltune van Celta…  Die is ook bekend in Rotterdam. “Oh ja… Die hoor ik zondag liever niet,” zegt Bosz. Toch weer over de klassieker. Maar dat mag nu weer, na Celta-uit. Of het moeilijk was niet aan Feyenoord te denken? “Dat moet je maar van mij aannemen, absoluut niet moeilijk. Ik heb geleerd als trainer echt alleen maar van week tot week te leven.” 

Zonder zorgen op naar de klassieker dus: “Onze spelers zijn echt fit. Ze hebben het op dit hele zware veld negentig minuten volgehouden. Ook de jonge jongens als Dolberg en Traoré die dat in hun carrière nog niet vaak hebben gedaan. Kasper nu al voor de tweede wedstrijd achter elkaar… Dan zie je dat we er goed op staan.”