Met meer dan 135.000 leden staan we achter Ajax!
Blog

De blik van Bobby

Zeven weken werk ik nu voor Supportersvereniging Ajax. Bij vrijwel alles wat ik doe, kijkt Bobby Haarms over mijn schouders mee. Ik vind dat een geruststellende gedachte.

21 oktober 2024 - 13:30
Blog Bob 1200
Het blijft een prachtig standbeeld. © AFC Ajax

In de jaren tachtig leerde ik Ajax kennen langs de lijn van het Voorlandcomplex achter De Meer en bij de wedstrijden van het tweede elftal. In de eenvoudige bestuurskamer, waar André Kraan, ‘mijnheer’ Schoevaart, Jan Neefjes en zelfs nog Piet van Deijck onbewust de clubcultuur bewaakten. 

In de huiskamer van de grote ziener Jany van der Veen, aan de rand van Betondorp. In de vele informele gesprekken met de trainers en jeugdleiders Dick de Groot, Herman Borman, Rolf Grooteboer, Cas Harms en later met hoofd opleidingen Louis van Gaal.

En natuurlijk dankzij de verhalen en kennis van De Goede Beul. Elke dag als Bobby Haarms naar zijn werk (lees: betaalde hobby) ging, draaide zijn blik, voordat hij rechts richting de stadionpoort zwenkte, altijd even naar links. Achter het raam met de witte gordijnen was hij geboren. 

Uitgerekend in het jaar (1934) dat Ajax het nieuwe stadion De Meer betrok. Het huis waar de onoverwinnelijkheid leefde. “Waarover een heilige geest waakte”, mijmerde Bobby bij de laatste groet in 1996. We sloten samen symbolisch de poort, de sloopkogels deden hun vernietigende werk en de tranen stonden in zijn ogen. 

In die reportage noemde ik hem de ‘belichaming van clubliefde tot de dood ons scheidt’. Ballen rapen achter het doel voor trainer Jack Reynolds, totdat hij in 1947 werd aangenomen. Vijf jaar later debuteren in Ajax 1. Hij maakte de overgang mee van amateur- naar profvoetbal, stopte in 1960 vanwege een chronische knieblessure en werd de ultieme assistent. 

Diep gekrenkt vluchtte Bobby naar een hutje op de hei, pafte tientallen sigaretten op een dag weg en begreep niet wat er met de wereld, zíjn wereld, gebeurde.

Geblesseerde spelers terugbrengen van de bodem naar de basis – de Bobbytraining – was zijn specialiteit. Meedogenloos, maar toch ook liefdevol. Voor hem gingen spelers altijd wat dieper. Het leverde Bobby een ongekende populariteit op. Hij was de eerste assistent ter wereld voor wie een fanclub werd opgericht. Een uit de hand gelopen grap, dat wel. Maar dat het uit de hand liep, zegt al genoeg. 

“Ik wilde nooit hoofdtrainer worden, want dan had ik de club na pakweg drie jaar moeten verlaten. Dat wil ik niet”, zei hij weleens. Een andere opmerking die ik niet ben vergeten: “Na een overwinning moet je de trainer lekker laten gaan, maar na een nederlaag moet je naast hem staan en hem steunen in woord en daad. Daar had ik nooit moeite mee. Je moet als assistent geboren worden.” 

Vaak noemde hij Ajax ‘mijn grote liefde’. Daarom was de kronkel in zijn carrière, eind jaren zeventig, zo curieus. De meest loyale werknemer heette in het tijdperk van voorzitter Ton Harmsen opeens ‘lastig’ en paste niet meer in de toekomstplannen. 

Diep gekrenkt vluchtte Bobby naar een hutje op de hei, pafte tientallen sigaretten op een dag weg en begreep niet wat er met de wereld, zíjn wereld, gebeurde. “Kan ik het helpen dat ik van die club houd?” In 1981 maakte Johan Cruijff zich sterk voor de terugkeer van de clubman pur sang. Het antwoord aan de andere kant van de lijn loog er niet om: “Ik ben er al.”

In de redactieruimte van Supportersvereniging Ajax zie ik Bobby overal. Recht tegenover me, apetrots met de Champions League in zijn handen. Links naast me, in een wolk van sigarettenrook. In de gang hangt een foto waarop hij jeugdspelers in het zonnetje zet. 

Tegen een andere muur staat de ingelijste cover van magazine Ajax Life uit 1996, met de titel Afscheid van een monument. Het beeld is perfect gekozen. Hij zwaait naar het publiek met zijn kenmerkende kromme pink. Ik herken onmiddellijk de blik van Bobby, zoals hij kon kijken wanneer hij geroerd was. 

Onlangs onderging zijn monument een poetsbeurt. De Friese kunstenaar Hans Jouta reed naar Amsterdam om de prachtige bronzen beelden van Cruijff en Haarms bij de hoofdingang weer te laten blinken. Zijn dochter maakte er een filmpje van en zette het online. Ik werd er blij van. Er wordt goed voor onze iconen gezorgd, dacht ik. 

De volgende morgen liep ik even langs dit hele fijne stukje historie. Bobby glom in de zon. En ik vroeg me af wat hij zou zeggen als ik hem vertelde dat ik nu dagelijks met zijn club bezig ben. Kort en bondig, waarschijnlijk. 

“Da’s mooi, snuit.”

 

Word vanaf €15,-* lid tot einde seizoen 2024/2025

Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.

* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.

Extra voor leden

  • Voorrang bij kaartverkoop

  • Tijdens evenementen dichtbij spelers

  • Heel veel korting, acties en prijzen!

Lid worden >