Het verhaal van Mirani is bijzonder. Pas op zestienjarige leeftijd kwam hij in de Amsterdamse jeugdopleiding terecht. Als centrale verdediger maakte hij indruk. In het seizoen 2012/2013 werd hij zelfs verkozen tot Talent van het Jaar op De Toekomst. Toch zat het laatste stapje naar Ajax 1 er net niet in. Donderdag keert hij met Volendam terug in de hoofdstad. Tijd voor een belletje.

Ha Damon, ga je donderdag je eerste officiële wedstrijd in de Johan Cruijff Arena spelen?
“Nee, dat niet. In 2016 werd een wedstrijd van Jong Ajax verplaatst naar de Arena. Dat was een potje in de Jupiler League, tegen Go Ahead Eagles. Dus het wordt mijn tweede wedstrijd die ik hier mag spelen. Of dat nog bijzonder voelt? In het eerste van Ajax voetballen geen jongens meer waar ik mee heb samen gespeeld, maar het blijft natuurlijk altijd speciaal om tegen je oude cluppie te voetballen.”

Hoe kijk je terug op je periode bij Ajax?
“Dat was echt een fantastische tijd. In het begin moest ik overigens flink aanpoten. Bij Volendam behoorde ik tot de besten van de ploeg, terwijl ik bij Ajax eerst minder was dan de rest. Ik heb mezelf moeten ontwikkelen. Dat ging goed, waardoor ik stappen heb gemaakt. Via de B1 en A1 naar Jong Ajax. In die periode heb ik fantastische momenten meegemaakt. We werden ieder jaar kampioen. De duels in de Youth League tegen clubs als FC Barcelona, AC Milan en Celtic waren onvergetelijk.”

Hebben de jaren op De Toekomst je gevormd tot de speler die je nu bent?
“Ik was al zestien toen ik naar Ajax ging. Dus echt gevormd denk ik niet, want dat gebeurt meestal in de jongere jeugd. Maar ik heb wel veel opgestoken van mijn jaren bij Ajax. Het heeft zeker bijgedragen aan de voetballer die ik nu ben.”

Aanbevolen

Schreuders elf: welke spelers moeten Ajax eindelijk weer zege bezorgen?

Met welke Ajacieden speelde jij samen die uiteindelijk hun debuut hebben gemaakt in het eerste elftal?
“Jongens als Donny van de Beek, Frenkie de Jong, Matthijs de Ligt, Abdelhak Nouri, Jairo Riedewald, Vaclav Cerny, Kenny Tete en Carel Eiting. En dan vergeet ik er nog wel een paar. Best een mooi rijtje, toch?”

Absoluut! Waarom is het volgens jou niet gelukt de laatste stap naar Ajax 1 te maken?
“Dat had vooral te maken met de kwaliteiten van mijn concurrenten en de spelers die daar vlak achter zaten. Joël Veltman, Nick Viergever en Mike van der Hoorn waren op dat moment de centrale verdedigers, terwijl Ricardo van Rhijn soms ook doorschoof naar die positie. Vanuit de jeugd kwam Matthijs de Ligt er al aan. Spelers uit het eerste mochten in die tijd – ongeacht hun leeftijd – ook nog minuten maken in Jong. Daardoor kwam ik op een gegeven moment steeds minder aan spelen toe.”

Nu sta je met Volendam tegenover Ajax. Wat voor duel verwacht je?
“Ajax gaat er ongetwijfeld vol opklappen. Ze zullen scherp zijn en ons het vuur aan de schenen willen leggen. Daar moeten we op voorbereid zijn. Als we een keer kunnen uitbreken, moeten we proberen toe te slaan. Dan bestaat er een kans dat de Arena zich tegen de ploeg keert. Daar zouden we van kunnen profiteren.”

Is het een voordeel voor jullie dat Ajax in zo’n beroerde fase zit?
“Dat kan twee kanten op. Als het bij Ajax niet loopt, kunnen we ze wellicht pijn doen omdat het zelfvertrouwen momenteel minder is. Maar ik verwacht dat ze juist getergd zijn. Dan krijgen we het heel zwaar. Ajax moet immers winnen om goed in de titelrace te blijven.”

In het thuisduel met Ajax waren jullie niet kansloos...
“Dat klopt, we hadden toen ook een beetje pech. Van een 0-3-achterstand, kwamen we terug tot 2-3. De gelijkmaker werd afgekeurd. We gingen alles of niets spelen, waardoor Ajax in blessuretijd de wedstrijd definitief besliste.”

Hoe kijk je naar de huidige situatie bij Ajax? Doet dat je nog wat als voormalig jeugdspeler van de club?
“Als buitenstaander ben ik natuurlijk geen onderdeel van het proces. Dat maakt het lastig oordelen. De resultaten zijn momenteel niet goed, maar ik heb wel het idee dat alles bij Ajax zwaar onder een vergrootglas ligt. Daarom is het ook de grootste club van Nederland. Het hoort erbij. Als het dan even niet loopt, is het crisis van hier tot Tokio. Ik gun Ajax alles, maar als je op het veld staat, heb je daar natuurlijk geen boodschap aan. Van mij mag de club heel veel potjes winnen, behalve tegen ons.”

Tot slot, heb je het met je ploeggenoot Eiting nog wel eens over Ajax?
“Zeker! Vaak gaat het dan over de jongens met wie we hebben samengespeeld en hoe het eraan toeging. Dat zijn leuke dingen. Ajax blijft altijd dat bijzondere plekje in mijn hart houden. Het is een gewoon een mooie club, waar ik een hele goede tijd heb gehad.”

Aanbevolen

Dolberg: ‘Soms mis ik Ajax’