Berlijn stond al tijden op mijn verlanglijstje. Ajax bracht me er nu eindelijk heen. De Duitse hoofdstad is een vrij unieke stad. Je vindt het er te gek of het is juist totaal niet je ding. Ik moet nog een keer terug om te ontdekken in welke groep ik zit.
Berlijn is sowieso enorm groot. Het OV-netwerk is duizelingwekkend. Talloze trams, treinen, bussen, U-Bahnen en S-Bahnen krioelen langs elkaar heen en onder elkaar door. Het is fascinerend om te zien. De stad is onmiskenbaar getekend door de Tweede Wereldoorlog. Destijds werd het vrijwel compleet in puin gelegd. Die geschiedenis is overal zichtbaar.
De stad werd na de oorlog weer helemaal opgebouwd. In razend tempo stampte men hoge, brede en vaak fantasieloze flats uit de grond om iedereen weer aan werk en huisvesting te helpen. Het maakt de Berlijnse architectuur, verstopt onder de vele graffiti, niet altijd even fraai om te zien. Interessant is de stad door zijn historie des te meer. En die wordt ook niet verstopt.
Ajax is mijn hoofddoel deze dagen, maar ik besluit al snel dat ik hier eens terugkeer om de stad echt goed te ontdekken. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 maakte de het een enorme ontwikkeling door. Het toerisme ging floreren. Je ziet het vuige, creatieve en alternatieve overal in het straatbeeld terug. De een houdt ervan, de ander wil er misschien snel weg.
Ons hotel kozen we echter in Köpenick, de wijk waar Stadion An den Alter Försterei ook is gevestigd. Regelmatig hoor ik tijdens de wedstrijd dat oudere Ajacieden het onderkomen ervaren als een soort De Meer 2.0. Gezien de vorm, de grootte, de staanplaatsen met hekjes en de ietwat rauwe sfeer is dat goed te begrijpen.
In het uitvak nemen 1100 Ajacieden plaats, maar er zijn er veel meer vanuit Nederland afgereisd. Berlijn is immers makkelijk en goedkoop bereisbaar. Ik spreek overdag drie Ajaxsupporters die kaartjes in de thuisvakken hebben bemachtigd. Voor serieus veel geld. Zo’n tweehonderd euro per toegangsbewijs… Veel anderen zonder kaartje kijken ergens in een Berlijnse kroeg.
Supporters met een hotel in Köpenick mogen wel doorlopen naar voren, zo klinkt het door de bomen. Tja, dat werkt natuurlijk niet. Dat snapt iedereen.
De stadionervaring is lekker oldskool. Eenmaal door de poortjes hebben we alle ruimte buiten. Een grote grill met currywursten is populair bij hongerige Ajacieden. Er ligt ook ander ondefinieerbaar vlees op de kolen. In de toiletkeet laat iemand in relatieve stilte een harde scheet. De reactie van een scherpe medesupporter volgt razendsnel: “Toooorrr!”
De muziekkeuze in het stadion is ook totaal a-typisch: veelal keiharde punk. Het past werkelijk uitstekend bij de totale belevenis. En bij de club die Union Berlin is en wil zijn. De sfeeracties van de Duitse medesupporters gedurende de wedstrijd mogen er ook zijn. In Amsterdam waren de uitsupporters al goed in vorm, maar ook in eigen huis laat men zich niet onbetuigd.
Ajax toont voor rust goede wil, maar het collectief van Union Berlin laat zich niet kraken. Goed veldspel is leuk, maar zonder het creëren van kansen, kom je er niet ver mee. Je hebt er geen reet aan, zoals John Heitinga later zou zeggen. Als supporters staan we dan al buiten.
Staan ja, want we worden nog een poos door de politie tegengehouden. Door een megafoon krijgen 1100 Ajacieden te horen dat ze ‘nog even moeten wachten’ op het vervoer naar het centrum. Supporters met een hotel in Köpenick mogen wel doorlopen naar voren, zo klinkt het door de bomen. Tja, dat werkt natuurlijk niet. Dat snapt iedereen.
Zij die zich hoopvol een weg naar voren banen, worden vooraan alsnog tegengehouden door de politie. Niemand mag erdoor, in tegenstelling tot wat er wordt omgeroepen. Waar nooit iets aan de hand was, ontstaat gedoe nu alsnog als vanzelf.
Als de meute dan eindelijk in beweging mag komen, moet iedereen rechtsaf richting het geregelde vervoer. Waardeloos, want ik wil niet naar rechts. Ik wil naar links. Lopend naar mijn hotel. Dat geldt ook voor veel medesupporters. Het wordt glippen, terwijl de politie mensen probeert tegen te houden.
Het oogt allemaal heel zinloos, maar uiteindelijk vind ik mijn weg door de behelmde obstakels heen. In het kielzog van wat Unionsupporters val ik niet zo op en kom ik er doorheen. Aangekomen in mijn hotel zie ik de spelersbus van Ajax arriveren. De voetballers overnachten aan de andere kant van de straat. Allemaal een illusie armer.
Op het moment van tikken, de ochtend na de wedstrijd, rijdt de bus weer voor. Een kostbare lading stapt in voor een ritje naar het vliegveld. Mijn collega’s en ik werken nog wat zaken weg, slurpen koffie en pakken dan een Ubertje richting Haubtbahnhof.
Terug naar Mokum, maar ook zeker nog eens terug naar Berlijn.
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2024 ajaxlife.nl – Powered by TRES