Als redactie van Ajax Life krijgen we soms mooie schrijfsels binnen. Zo ook nu. Vader Sebastiann de Langen bezocht de klassieker (3-2) met zijn achtjarige zoon. Een dag voor het duo om in te lijsten en dat deed Sebastiann dan ook met onderstaande gastblog.
Door Sebastiann de Langen
Op de eerste rij.
Wedstrijddag.
Kriebels.
Vlinders.
Kleine piekjes van opwinding en spanning wisselen elkaar af.
“Als je tanden zijn gepoetst, mag je je shirtje aandoen,” roep ik tegen mijn achtjarige zoon. Hij graaft in z’n tas en haalt zijn wit-rood-witte shirt tevoorschijn. Hij gaat vandaag mee. Als hij zijn shirt aan heeft, verschijnt een voldane gloed op z’n gezichtje.
Vragend om goedkeuring roept hij nog: “Kijk!” Ik leg ik mijn hand op zijn hoofd. “Goed zo jongen, trek je schoenen maar aan.”
Een wedstrijd in de Johan Cruijff Arena begint onderweg. Op het fietspad. Daar hoor je met wat fantasie al het geluid van de mensen op de tribunes. We passeren Amsterdam Centraal. Daar lijkt de stationsomroeper de namen en de rugnummers voor te dragen. In je hoofd hoor je vervolgens het goedkeurende gejuich.
Negentig minuten lang, voor onze club uit Amsterdam.
Het is voelbaar en het gaat gebeuren. De klassieker.
“Kijk papa, die mensen gaan ook.” Mijn zoon wijst naar wat supporters. Ook onderweg.
Deze wedstrijd weegt overal hetzelfde. Of je nu met een schuin oog op je telefoon kijkt tijdens het werk of thuis op de bank zit met een schaaltje chips. Of op de tribune in het stadion. Het maakt allemaal niet uit. In elke hoek en kroeg in de stad.
Loodzwaar.
En iedereen weet het.
Het is alles of niets vandaag.
De kleine man knijpt wat steviger in mijn hand. Zijn stem is al enige tijd een paar octaven hoger. En hij is best druk aan het worden.
We zijn er nog niet eens, maar hoe dichter je bij de Arena komt, hoe echter het wordt. Het stadion doemt op. We rijden langs het metrostation Strandvliet. Dan is er het moment van stilte. Zelfs de meest dronken tong in de metro stopt even. Het moment waarop iedereen even naar het stadion kijkt.
Dan openen de deuren bij station Bijlmer Arena en stroomt de metro leeg. Op de Johan Cruijffboulevard lopen hordes mensen. Er liggen lege bekers en blikjes bier. Een bewolkte lucht en de geur van sigarettenrook en frituur.
Geroezemoes.
Je baant je een weg naar de ingang. De trappen. De Amsterdamse liedjes. Het gevoel dat het allemaal wel goedkomt, glijdt over je heen. En op de omloop arriveren, voelt als thuiskomen.
Het vak bestijgen en een blik werpen op het nog onbespeelde veld is magie. Eentje die nooit raakt uitgewerkt, hoe vaak je ook bent geweest. Het veld in de Arena. Er liggen bloed, zweet en tranen. Hier is de grens tussen vreugde en verdriet soms klein. Van een oorverdovend lawaai naar een doodse stilte. Het gras is als een bladzijde die klaar is beschreven te worden met de toekomst.
“Wow pap,” klinkt het als we vak 121 oplopen. De kleine man knijpt wat steviger in mijn hand. Zijn stem is al enige tijd een paar octaven hoger. En hij is best druk aan het worden.
We gaan de trap af. Elke stap is er eentje dichter richting veld. Steeds een stapje verder. Dan, ergens acht rijen voor het veld:
Een vlaagje wind.
Een koude rilling.
Een geur die ik nog niet eerder rook in de Johan Cruijff Arena.
Een hele simpele natuurlijke geur en ik herken hem direct.
Gras!
Als de jongens het veld op rennen voor de warming-up, kijkt zoonlief verstijfd voor zich uit. We zitten helemaal vooraan. Op de eerste rij. In de verte worden de spelers steeds groter. Dapp’re strijders. Grote passen.
De spelers lopen richting zijlijn en komen zó dichtbij, dat je het gras ziet buigen voor de voetstappen van Antony, Dusan Tadic en Noussair Mazraoui. Mijn zoontje pakt mijn arm en fluistert bijna verlegen: “Zooo... dat is Martínez. En daar is Álvarez.”
Bijna meteen valt me de onschuld op de gezichten op. Ik bedoel: we kennen ze allemaal. Maar als je die jongens ineens zo voor je ziet staan en je de uitdrukking op hun gezichten leest, dan lijken godenzonen ineens doodnormale jongens die een potje gaan voetballen.
Harde muziek. Gevolgd door het clublied. Als gladiatoren die de Arena betredenm komen de spelers de trappen op. De Arena brult.
Knallen.
Vuurwerk.
Fakkels zwaaien heen en weer.
Rook, zelfs vuur.
Er vallen woorden die de kleine door de menigte gelukkig niet goed kan verstaan. Iets met een liedje. Ik voel de warmte van de vuurbollen, die bij de laatste klanken van het clublied de vuurwerkshow afsluiten. Dan een luid gejuich.
De kleine z’n mond staat open. Momenten waarvan je als vader één ding zeker weet: als deze jongen van acht later groot is, dan heeft hij dit alles nog scherp op het netvlies staan.
Voetbal is echt geworden, want als Mazraoui en Tadic langsrennen, zijn de voetstappen voelbaar. Als doffe dreunen. De bal rolt en de plagjes in het veld vliegen weg. Er wordt geduwd en getrokken.
De kleine gaat staan, zichtbaar aangedaan door de sterke benen van de volwassen mannen die voor hem duels uitvechten. Voor ons krijgt een ballenjongen op z’n donder. Hij gooide de bal niet snel genoeg terug.
Ajax zit niet lekker in de wedstrijd en opeens is daar een groen tenue dat ontsnapt aan het rood met witte shirt. De opponent mag uithalen op ons doel. Andre Onana redt nog, maar de rebound wordt binnengekopt.
Het gaat op en neer. Maar steeds verder daalt het besef in de tweede helft dat het wel eens een pijnlijke middag kan gaan worden. Frustratie en ongeduld stijgen op vanaf de stoeltjes in de Johan Cruijff Arena.
1-2.
De gedachte om de titel én de Champions League in één week te verspelen, is als een zeurende pijn die je het liefste weg wil bijten. “Pap? Misschien verliezen we wel.”
“Het komt wel goed jongen,” zeg ik.
Zou het dan echt zo'n dag worden? Nee. In minuut 78 vertrekt de bal van de voet van Dusan, die even ervoor mocht aanleggen voor een vrije trap. De bal suist door de lucht. De bal moet van heel ver komen en het is bijna onwerkelijk om te zien dat-ie zo in de linkerbovenhoek valt.
Daar... Alsof het zo was bestemd. Bijna in slow motion... Het rood-witte net veert op en de Arena ontploft. Vreugde en opluchting spatten tegen elkaar uiteen. De kleine man heeft twee gebalde vuistjes en samengeknepen oogjes. Ik pak hem beet en zet hem op de railing voor me. Wat. Een. Goal!
Het gejuich verandert in een strijdlustig opzwepende golf van lawaai, want we zijn er nog niet. We kunnen ze pakken. Het geloof is helemaal terug. Elke goede actie wordt beklonken met enthousiasme. En het is te zien dat het verlangen naar de driepunter en het geloof de spelers raakt.
Nico rent diep.
Z’n gezicht is vertrokken van concentratie, de bal aan zijn voet. Even later zet hij voor. Een paar tellen later danst het net weer. De winnende ligt in het doel. De megafoon schreeuwt het uit. Het oorverdovende gejuich is machtig. Als de bliksem die eerst inslaat, gevolgd door de donder.
Antony rent weg zonder shirt om het vervolgens omhoog te houden richting F-side. De kleine z’n mond staat open. Momenten waarvan je als vader één ding zeker weet: als deze jongen van acht later groot is, dan heeft hij dit alles nog scherp op het netvlies staan.
De naam van Antony wordt gescandeerd. Niet veel later klinkt ‘negentig minuten lang’ en is het feest. Na de ereronde blijven we zitten.
Het veld.
Leeg maar bespeeld.
De stoeltjes.
Supporters vertrekken en trappen stromen vol.
Datzelfde briesje steekt weer op en ik zeg tegen de kleine: “Snuif die lucht nog eens een keer diep op en onthoudt de geur.”
Kijk naar het veld.
De tribunes.
Doe je ogen dicht en spoel even terug.
Voel je het nog?
Deze dag is van jou, kleine. En niemand pakt ‘m meer van je af.
Langzaam lopen we naar de inmiddels bijna uitgestorven trappen. Omhoog.
En dan nog even één keer omkijken. Op naar de metro.
Ik leg m’n hand op de schouder van mijn zoon en zeg: “Kom jongen, ik breng je weer naar mama.”
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2024 ajaxlife.nl – Powered by TRES