• Check onze podcast over Sporting-uit, Cambuur en #Kaartenjacht!

De ploeg van trainer John Heitinga maakte afgelopen maandag al indruk met een 6-3-overwinning op NAC Breda en die lijn werd doorgetrokken in het Yanmar Stadion. De schijnwerpers waren in het eerste bedrijf voornamelijk gericht op Kudus, die na lang blessureleed eindelijk weer wedstrijdminuten kon maken.

De 21-jarige middenvelder blonk uit met een aantal splijtende passes en schoot op overtuigende wijze de 1-1 tegen de touwen, nadat Almere City FC via Lance Duijvestijn nog wel op voorsprong was gekomen. Kudus is duidelijk op de weg terug, een fijne constatering ook voor Erik ten Hag, die daarmee nog meer keuzeopties krijgt op het middenveld.

De Ghanees bleef na rust in de kleedkamer achter en dat was het moment voor Max de Waal om de hoofdrol over te nemen. De 19-jarige Ajacied werd in de voorbereiding op dit seizoen getransformeerd van middenvelder tot centrumspits en die nieuwe rol zit hem vooralsnog als gegoten.

In Almere nam hij met drie treffers (waarvan twee strafschoppen) een groot deel van de totale Amsterdamse productie voor zijn rekening. “In de voorbereiding waren er wat jongens geblesseerd en mocht ik invallen als spits. Ik deed het best goed en nu sta ik op deze positie,” legt De Waal uit in gesprek met Ajax Life.

Aanbevolen

Ten Hags elf: rouleren tegen Cambuur of niks van dat?

“Welke rol mij het best bevalt? Het zou gek zijn als ik nu middenvelder zeg. Als spits ben ik momenteel belangrijk voor het team en dat voelt goed.”

Daarmee is De Waal nog bescheiden. In Almere maakte hij alweer treffer vijf, zes en zeven van het seizoen. Indrukwekkende statistieken, zeker voor een speler die pas net van positie is veranderd. “Het gaat inderdaad lekker. Wat mijn doel is voor dit seizoen? Ik wil dolgraag topscorer worden in de Keuken Kampioen Divisie.”

Als kersvers centrumspits valt er volgens De Waal nog veel te leren. Bijvoorbeeld in de manier van druk zetten en de looplijnen die hij kiest. Daarbij helpt het natuurlijk ook om naar andere centrumaanvallers te kijken. Vanzelfsprekend zat De Waal dan ook vol bewondering te kijken naar het optreden van Sébastien Haller tegen Sporting Clube de Portugal.

“Ik vind Haller echt een fenomeen. Als je ziet hoe hij beweegt… Hij staat ook altijd goed. Dat is geen geluk. Daar kijk je als spits van Jong Ajax wel tegenop. Ik sta wel eens met die jongens van het eerste op het trainingsveld, maar heb ze nog niet echt gesproken. Dat komt hopelijk in de toekomst, want mijn doel is wel om het eerste elftal te halen. Van kinds af aan is het al mijn droom om in de Johan Cruijff Arena te voetballen.”

Op bezoek bij Almere City FC maakte De Waal één veldgoal en was hij tweemaal trefzeker vanaf de penaltystip. Zijn tweede strafschop was een onvervalste Panenka. “Ik nam hem vol vertrouwen en had ook verwacht dat de doelman naar de hoek zou gaan, maar het is natuurlijk altijd een gokje.”

Door de zege in Flevoland staat Jong Ajax nu met negen punten op de dertiende plaats. Maandag 27 september wacht de thuiswedstrijd tegen MVV.