Stormachtig begin
De eerste 45 minuten van het nieuwe seizoen verliepen voor de equipe van Ten Hag totaal anders dan gepland. De Amsterdammers hadden tijdens de oefencampagne een abonnement op razendsnelle goals, maar zaterdagavond was het Noni Madueke die al na twee minuten vanaf de rechterflank naar binnen trok en direct raak schoot.

Dat kunstje herhaalde hij na een halfuur spelen nog eens, waarna Taglifiaco na een onbesuisde tackle van achteren ook nog met rood van het veld werd gestuurd. De Argentijnse slager kon rekenen op applaus van de tribunes, maar moest toch vooral in de spiegel kijken.

Door de 0-2-ruststand zou je bijna vergeten dat de Arena lange tijd kolkte en Ajax tussendoor toch echt alleraardigst voetbal liet zien. De lat en arbiter Björn Kuipers voorkwamen echter een Amsterdamse treffer. Het aluminium stond in de weg bij een kopbal van Steven Berghuis, terwijl een doelpunt van Sébastien Haller (terecht) werd afgekeurd vanwege buitenspel.

Surrealistisch beeld
Was het daarmee klaar in de Johan Cruijff Arena, waar het vele wit-rood-wit op de tribunes voor fraaie plaatjes zorgde? Het eerlijke antwoord luidt ‘ja’. Ajax leek – zoals Ten Hag voorafgaand aan het treffen al had aangegeven – conditioneel een achterstand te hebben ten opzichte van PSV en stond bovendien met een man minder in het veld.

Het inbrengen van David Neres voor Haller kon op de goedkeuring van de supporters rekenen, maar de kansen waren na rust schaars. Toen invaller Yorbe Vertessen vervolgens de 0-3 tegen de touwen schoot was de wedstrijd beslist. Mario Götze maakte er ook nog 0-4 van. Geen reden tot paniek, maar wel een harde dreun.

Dat de supporters op de tribune desondanks het volume opschroefden en zelfs de pogo werd ingezet was bewonderenswaardig en surrealistisch tegelijk. Het deed vermoeden dat de stand 4-0 was, in plaats van het omgekeerde.

Fluitconcerten, hebben we gemist!
Toch begon het allemaal nog zo mooi in de Johan Cruijff Arena, waar eindelijk weer een topper met publiek van beide clubs werd afgewerkt. Dat was een hele tijd geleden, maar wat voelde het weer vertrouwd. Al direct vanaf het moment dat Ajax het veld betrad voor de warming-up, met ‘Crazy on the dancefloor’ van DJ Norman uit de speakers.

Dat kreeg lekker veel bijval van de 25.000 supporters op de tribune en natuurlijk reageerde het uitvak met een striemend fluitconcert. Ja, ook dat hadden we gemist. Voetbal met supporters van beide clubs blijft toch het mooiste wat er is!

De fluoriserende shirtjes die Ajax droeg tijdens de warming-up hadden we niet eerder gezien, maar die bleken in het teken te staan van 25 jaar Pride in Amsterdam. Met als begeleidende tekst ‘Love Unites’. Een mooie manier om in coronatijd toch even stil te staan bij de Pride Week.

‘Wij zijn kampioen’
Hoe fijn ook allemaal, voor de uitslag van de wedstrijd mocht het niet baten. Captain Tadic, die zijn 150ste wedstrijd voor Ajax speelde, had graag de Johan Cruijffschaal in ontvangst genomen, maar die taak was uiteindelijk aan Marco van Ginkel. Met het inzetten van het ‘Wij zijn kampioen’ – waar niets aan is gelogen – lieten de Ajacieden op de tribune nog wel even weten dat de belangrijkste schaal afgelopen seizoen wel naar Amsterdam is gegaan.

Een schaal die de ploeg van Ten Hag ook deze voetbaljaargang weer in de hoofdstad omhoog wil houden. De eerste stap daartoe kan volgende week zaterdag gezet worden, wanneer de eredivisie van start gaat met de thuiswedstrijd tegen NEC.