Ajax overtuigde weer niet in een topwedstrijd. In een wedstrijd met twee gezichten voorkwam de lat dat Feyenoord er nog met een puntje vandoor ging in de Johan Cruijff Arena. Het bleef bij 1-0. Wat vertellen de statistieken over de uiterst moeizame winst in de klassieker?
Dick Advocaat is als trainer nooit een tactische vernieuwer geweest, laat staan een coach die geeft om zaken als balbezit of hoog druk zetten. Waar de Hagenaar wel om geeft, is winnen. En hoewel zijn oorspronkelijke aanpak niet goed uit de verf kwam, zorgden een paar effectieve tactische omzettingen voor de nodige problemen voor de ploeg van Erik ten Hag.
Het leverde een interessante wedstrijd op, die vanuit Ajax-perspectief goed begon, om vervolgens af te zakken naar een bedenkelijk niveau. We blikken terug aan de hand van passmaps, Expected Goals, halfspaces en Zone 14, verkregen via @11tegen11!
Passmaps
Tegen Ajax was het plannetje van Advocaat – in het kort – om Daley Blind te laten schaduwen door Nicolai Jørgensen en Jurriën Timber vrij te laten. Op het middenveld werden daarna drie koppeltjes gemaakt: Jens Toornstra op Ryan Gravenberch, Mark Diemers op Davy Klaassen en Leroy Fer op Quincy Promes. Jørgensen positioneert zich ongeveer vijf meter over de middenlijn ('kop cirkel', in het jargon).
Hoewel dat een hele andere aanpak is dan tegen PSV – dat zonedekking speelt – zien we wel een paar dezelfde patronen terugkeren in de passmap van Ajax. Ten eerste valt wederom op dat Gravenberch en Klaassen weinig passing naar de voorste vier weten te versturen.
De bal voorin krijgen, komt toch wederom op het bordje van Blind en Noussair Mazraoui te liggen en dat is opvallend te noemen. Het beste voorbeeld hiervan is de opbouw naar het enige doelpunt van de wedstrijd, wanneer Blind indribbelt, Jørgensen van zich af schudt en Sébastien Haller inspeelt, die de bal laat vallen op derde man Gravenberch.
Daarnaast wordt het misschien tijd om in wedstrijden met Promes op tien niet langer te spreken van 4-2-3-1, maar van een ouderwetse 4-2-4, zoals Rinus Michels die in de jaren zestig wel eens hanteerde met Henk Groot en Johan Cruijff voorin. Uit de passmap blijkt namelijk dat Promes ongeveer net zo diep aan de bal komt als spits Haller; wie de wedstrijd kijkt, ziet Promes vaak zo diep staan.
Hoewel individueel gezien prima middenvelders, lijkt de combinatie Gravenberch/Klaassen vlak voor de verdediging suboptimaal, zeker in wedstrijden waarin er minder tijd is om te handelen. Met name Klaassen sneeuwt in balbezit vaak onder als de weerstand omhoog gaat; uit de data blijkt dat hij nauwelijks ballen vooruit speelt. Doordat Gravenberch vaak 'weg' is op links, moet Klaassen in het centrum de balans bewaken. Is dat de beste rol voor een speler die in zijn eerste periode bij Ajax goed was voor 55 treffers?
Na verloop van tijd gooit Feyenoord het strijdplan om. Een duidelijk omzetting van Advocaat is niet aan te wijzen, maar de Rotterdammers gaan vaker en hoger druk zetten, komen zelf beter in hun spel en dringen Ajax naar achter. Dit begint zo rond de dertigste minuut en houdt aan tot het laatste fluitsignaal.
Een andere factor die bijdraagt aan de dominantere rol van Feyenoord, is het uitvallen van de geblesseerde Gravenberch. Hierdoor gaat Ajax in balbezit met de punt naar achter spelen, met Klaassen op zes en hiervoor Jurgen Ekkelenkamp als rechtshalf en Promes als linkshalf.
Feitelijk gezien een middenveld dat bestaat uit twee lopende spelers (Ekkelenkamp en Klaassen) en een aanvaller (Promes). Met dit middenveld raakt Ajax de controle kwijt. Langere fases van balbezit zijn zeldzaam, omdat een passende speler in de middenlinie ontbreekt. Feyenoord heeft mede als gevolg hiervan meer balbezit over de tweede helft gezien (53 procent).
We zien in de dynamische passmap van Ajax ook een duidelijke kentering. Hoe langer de wedstrijd duurt, des te meer de ploeg van Ten Hag achteruit loopt. Je ziet aan de kleiner wordende bolletjes dat er steeds minder passes aankomen en dat Feyenoord langzaam maar zeker de overhand krijgt.
Ajax eindigt na vijf wissels dan ook niet met de sterkst denkbare elf, wanneer spelers als Brian Brobbey, Zakaria Labyad, Timber, Perr Schuurs, Edson Álvarez en Ekkelenkamp samen op het veld staan. Met kunst- en vliegwerk wordt de 1-0 over de streep getrokken.
Oef, als er tijdens #ajafey een patroon duidelijk wordt... Check de dynamische passmap. Waarom? Je ziet dat het middenvelders weer niet lukt om aanvallers te bereiken. Ballen vooruit via flanken. Dat is slecht. Kleinere bolletjes betekenen een steeds beter Feyenoord. #ajax pic.twitter.com/YNpEYetDxr
— Ajax Life (@ajaxlife) January 18, 2021
Expected Goals
Deze editie van de klassieker viel duidelijk in twee delen uiteen: een eerste half uur waarin Ajax verdedigend goed was maar aanvallend niet bijster veel creëerde en een laatste uur waarin een fiftyfifty-wedstrijd met veel strijd en fouten ontstond.
We zien aan de grafiek hieronder dat dit laatste Feyenoord in de kaart speelde. Zonder zelf overdreven veel te creëren, slaagden de bezoekers erin tijdens het laatste uur van de wedstrijd ongeveer evenveel te creëren als de thuisploeg. Opvallende statistiek ter ondersteuning: Ajax noteert het laatste schot tussen de palen in de 45ste minuut. De lange platte lijn in de laatste twintig minuten is illustratief voor wat Ajax toen deed: verdedigen en overleven.
We zien aan de schotlocaties dat Feyenoord – hoewel het zich aardig in de wedstrijd heeft geknokt – aanvallend de power miste om échte kansen te creëren. Behalve de kopbal tegen de lat in de allerlaatste minuut viel vooral Steven Berghuis op, die op het oog aardige kansen had vanaf het randje van de zestienmeter.
Schijn bedriegt in dit geval; uit de data van 11tegen11 blijkt dat zo'n schot er ongeveer één op de tien keer ingaat. Het dichtstbij was Feyenoord misschien nog wel met de kans voor linksbuiten Ridgeciano Haps (goed uitkomen van Onana!).
Zone 14 en halfspaces
De verhouding passes in de 'hot zone' achter de spits laat zien dat de veldverhoudingen in de JC Arena redelijk dicht bij elkaar lagen. Feyenoord kwam iets minder vaak tot een pass in Zone 14 als Ajax: 27 om 21. Wat hierbij vooral opviel was de rol voor de zwervende Berghuis, die vaak in de zone werd opgevangen door Gravenberch.
Verder valt het hoge slagingspercentage van Ajax op; een direct gevolg van de verdedigende speelwijze van de Rotterdammers in de eerste dertig minuten.
Ajax was wel een stuk dominanter in de halfspaces, met name aan de linkerkant. Net als tegen PSV is dit is te verklaren door aanvoerder Dusan Tadic, die zich aan de linkerbinnenkant liet inzakken. Wederom was het Blind (een centrale verdediger...) die met een pass vanuit deze zone de aanval opzette die de wedstrijd openbrak.
Ten Hag zei na de wedstrijd: “De eerste 35 tot 40 minuten zag ik een oppermachtig Ajax, uitstekend spelend, goed druk zettend, goed tussen de linies.” Niet voor het eerst gaf hij daarmee een geheel eigen invulling aan de wedstrijdanalyse. Ajax was degelijk in de eerste helft, controleerde met bal, zonder te imponeren.
Los van de invulling van de nummer-tien-positie (wederom aangewakkerd door een dramatische prestatie van Promes) is het is de vraag of deze 4-2-3-1 annex 4-2-4 überhaupt passend is in een topwedstrijd als deze. Vooral tijdens de tweede helft werden de onderlinge afstanden op het middenveld dermate groot dat het onmogelijk was om effectief druk te zetten na balverlies.
Niet voor niets speelde Ajax in enkele Champions League-wedstrijden niet in dit systeem, maar in een iets behoudender variant. Stof tot nadenken en zeker iets om midweeks te overwegen. Of later deze maand, wanneer Ajax met AZ twee keer een tegenstander treft die steeds beter in vorm raakt.
Sluit je aan bij onze ruim 135.000 leden. Samen staan we achter Ajax. Omdat SV Ajax opkomt voor jouw belangen ben je nog meer met Ajax verbonden.
* Prijzen lidmaatschappen verschillen per leeftijdsgroep en aantal leden per gezin.
Voorrang bij kaartverkoop
Tijdens evenementen dichtbij spelers
Heel veel korting, acties en prijzen!
© 2024 ajaxlife.nl – Powered by TRES