Als je kijkt naar de manier waarop Kluivert zichzelf presenteert, valt direct iets op: hij is voor de duvel niet bang. Het lukt misschien niet altijd om een geslaagde actie te maken, maar dan probeert hij het daarna opnieuw. Ajax kon zich er tegen OGC Nice aan optrekken, ook al liep het fout af.

Na een geslaagde actie van Kluivert durfde Ajax ineens wel te voetballen, daarvoor niet. Kluivert hoopt dat zijn lef zowel hemzelf als de club verder brengt. “Ik zie mezelf als een pure Ajaxjongen,” vertelt de vleugelspeler in een uitgebreid vraaggesprek met Voetbal International.

• Klik hier om het interview via Blendle te lezen

“Een echte Amsterdammer, dol op voetbal, een beetje ondeugend. Daarmee bedoel ik: lef hebben en acties durven maken, het publiek vermaken. Met het zelfvertrouwen dat je beter bent dan je directe tegenstander. Ik wil een unieke voetballer zijn. Je moet anders durven zijn dan anderen.”

Wie anders is dan anderen, valt op. De achttienjarige Kluivert ook. “Ik wil het publiek iets extra's bieden. Dat ze na een actie van mij denken: yes, dit is waarom ik naar het stadion ga. Begrijp me goed, het gaat niet om de show. Ik wil de absolute top bereiken door mijn kwaliteiten te benutten. In mijn geval is dat acties maken en voor doelgevaar zorgen, dat heb ik van nature.”

Kluivert heeft niet alleen die typisch Amsterdamse lef, hij heeft soms ook een beetje grote mond. Dat hoort nou eenmaal bij Ajax, maar als je na een nederlaag tegen PSV (1-0) verklaart dat je nooit meer zo'n topper wilt verliezen, laat staan de klassieker tegen Feyenoord, dan worden er in de provincie wel wat wenkbrauwen opgetrokken. 

“Misschien is het niet altijd goed om te roepen wat er in me opkomt. Maar ja, dat heb ik altijd al gedaan en ik bedoel er niks vervelends mee,” zegt Kluivert er zelf over. “Het is net als bij de acties die ik maak in het veld. Ik volg mijn gevoel. De ene keer pakt het goed uit en de andere keer niet. Ik zal wat moeten laten zien tegen die clubs straks. Ach, een beetje bluf hoort erbij. In Amsterdam vinden mensen dat mooi, daarbuiten misschien iets minder.”