Als Bosz geen trainer was geweest van Ajax, hadden we Traoré waarschijnlijk nooit in de Amsterdam Arena gezien. Dat verzinnen we niet, de Burkinees heeft het zelf gezegd. Dan mogen we ervan uitgaan dat het ook zo is.

Bosz en Traoré kennen elkaar uit hun gezamenlijke tijd bij Vitesse, waar de aanvaller een terugkeer verdiende naar Chelsea. Van een huurling van een grote club wordt veel verwacht, maar de prestaties blijven soms achter bij de verwachtingen. Vandaar het gemor.

“Ik heb Bertrand nooit aangewezen als een belangrijke speler,” countert Bosz een vraag van een verslaggever van de NOS, tijdens het vooruitblikken op NEC - Ajax. “Ik stelde hem op en daaruit maakten jullie op dat ik het een belangrijke speler vind en hem bijna als mijn zoon ben gaan beschouwen.”

“Wat natuurlijk onzin is. Niet alleen omdat we er anders uitzien, maar... Dat is gewoon grote onzin. Het schijnt alleen een belangrijk onderwerp te zijn. Je vraag was echter: hoe doet hij het als spits? Ik vind dat hij het prima doet.”

Hoewel het klopt dat Bosz nooit het stempel 'belangrijke speler' op het voorhoofd van Traoré heeft geplakt, is hij dat natuurlijk wel voor Ajax. Anders begint hij niet meerdere keren per week in de basis. Grote kans dat de nummer negen ook in Nijmegen in de spits staat, aangezien Kasper Dolberg nog herstellende is.

De suggesties dat Traoré het lievelingetje van Bosz is, klinken – hoe massaal ook – alweer stukken minder logisch. Traoré is simpelweg een van de best beschikbare aanvallende opties voor de trainer, zeker als je bedenkt dat Cerny, El Ghazi, Kluivert en Neres de alternatieven zijn of waren.