Natuurlijk was het niet goed wat Ajax liet zien, dat moest Gudelj beamen. Maar dat lag volgens hem niet – zoals wel het algemene gevoel was – aan het nieuwe systeem dat Ajax speelde. Trainer Peter Bosz toverde een 3-5-2-variant uit de hoge hoed, in plaats van het vertrouwde systeem met drie spitsen.

Gudelj wijdt de vooral erbarmelijke eerste helft niet aan onwennigheid. “Nee, daar lag het niet aan. We leden te vaak knullig balverlies, dat was de oorzaak. Als je de bal niet van speler A naar speler B krijgt, dan krijg je kansen tegen, in welk systeem je ook speelt.”

En dus werd Cillessen een paar keer flink getest, oog in oog met een Griekse opponent. Gudelj kon diep vanaf het middenveld slechts toekijken. “Het was wel een paar keer even slikken. We mogen van geluk spreken dat PAOK de score niet wist uit te bouwen voor rust. In de tweede helft konden we de bal beter in de ploeg houden.”

Dat leverde alleen niet de gewenste kansen op. Op die ene van Klaassen na, vlak voor tijd, die de aanvoerder meteen verzilverde. “Dat is ook een kwaliteit. Je moet de wedstrijd goed lezen. Als je merkt dat je weinig kansen krijgt, moet je niet in paniek raken en blijven doen wat je van te voren hebt afgesproken. En als die kans dan komt, afmaken. Dat deden we.”

Gudelj miste vorig jaar geen wedstrijd, zelfs haast geen minuut. Hij begon alleen in de thuiswedstrijd tegen Rapid Wien op de bank, maar viel alsnog in. Dit seizoen begon hij, door een schorsing, op de tribune.

Dat Ajax het thuis tegen PAOK aardig deed, was voor de middenvelder geen reden te twijfelen aan een basisplaats gisteren. Het scheelde natuurlijk al dat trainer Peter Bosz voor het nieuwe systeem vijf middenvelders nodig had.

Een van hen was Gudelj. “Nee, ik heb zelf geen moment getwijfeld of ik zou spelen. Ik ken mijn kwaliteiten. Mijn inbreng kan belangrijk zijn voor het team. Ik heb vanavond aardig wat afvallende ballen weten te veroveren,” zo concludeerde hij, zijn vrije trap waaruit de strafschop voortkwam niet vergetende.