Het lukte de Ajacieden alleen tegen De Graafschap (2-1) om in de tweede helft het net te laten trillen. En zelfs die wedstrijd werd niet groots gespeeld, ondanks de goede afloop. Het was aan Riechedly Bazoer te danken dat de drie punten met een zondagsschot werden veiliggesteld.

“We speelden heel geconcentreerd tegen De Graafschap. We gaven niets weg en creëerden wel wat, ook al liep het niet over. Het gaat erom dat we het proberen. Als een tegenstander in de tweede helft wat meer va banque gaat spelen, moeten we juist zelf aan foebele denken,” legt De Boer uit aan Ajax Life.

“Dat verzuimen we de laatste tijd. We zoeken de lange bal op, terwijl we de bal juist zes, zeven of acht keer rond moeten laten gaan. Met een lange bal spelen we een tegenstander in de kaart, door rond te spelen maken we een tegenstander radeloos,” vervolgt De Boer.

Maar dat lukt dus niet. En we kunnen zo drie voorbeelden opnoemen van tegenstanders – Fenerbahçe, FC Utrecht en Roda JC – die in de slotfase toesloegen. Ajax bleef in Kerkrade in alle opzichten op nul staan.

Dan gaat er toch iets fout, is de selectie niet fris en fruitig genoeg? De Boer: “Ik heb het gevoel dat iedereen hartstikke fit is, dat het daar niet aan ligt. Het klopt dat ik Amin Younes een paar keer niet voor niks heb gewisseld omdat hij het niet meer bracht."

"Dat kan een bepaalde frisheid zijn, maar daar heb je wissels voor op de bank zitten. We speelden toen ook dinsdags nog. We spelen nu om de week en iedereen moet hartstikke fit zijn.”