Door Kevin Van Nunen

Sinds zijn debuut bij Ajax kwam Kluivert in veertien van de zeventien eredivisieduels in actie. Acht keer stond hij zelfs aan de aftrap. In de laatste drie wedstrijden was hij goed voor 264 van de in totaal 270 minuten. Kluivert lijkt dus de voorlopige winnaar in de onderlinge strijd met David Neres.

Dat klinkt uitstekend voor een achttienjarige vleugelflitser, maar tegelijkertijd horen we de roep om versterkingen. Die roep klinkt ook als het gaat om de voorste linie, waar Ajax inderdaad best een extra optie kan gebruiken. Maar laten we eens inzoomen op de cijfers van Kluivert om te kijken hoe hard dat nu echt nodig is.

We beginnen bij het begin, namelijk het uitduel met Heracles Almelo. Alle cijfers komen via Opta Sports, waarmee we ook dit seizoen weer samenwerken. Kluivert kwam op het kunstgras tot 2 doelpogingen en 3 gecreëerde kansen voor medespelers. Hij was dus bij 5 doelpogingen betrokken, van de 29 die Ajax er in totaal ondernam.

De vijf andere andere aanvallers of middenvelders waren stuk voor stuk bij meer doelpogingen betrokken. In aanvallend opzicht was het zaterdag dus magertjes, al staan hier wel 2 goals en 4 assists van Kluivert tegenover tijdens de laatste 6 basisplaatsen in eredivisieduels. Dat rendement is helemaal niet onaardig.

Tabel 1: Cijfers Kluivert tijdens acht wedstrijden als basisspeler.
* Dikgedrukt betekent beste cijfers van de drie vergeleken spelers

Bij deze analyse van Kluivert gebruiken we statistieken van de 8 wedstrijden in de eredivisie waarin hij een basisplaats had, omdat hij van deze duels minstens driekwart van de negentig minuten vol maakte. Dit levert de cijfers op die hieronder staan weergegeven in tabel 1.

Eerlijk is eerlijk, de cijfers van Kluivert wijken niet bijzonder af van het gemiddelde. Wij hadden nog wel eens het idee dat het aan rendement ontbrak bij Justin, maar heel erg wisselvallig zijn de statistieken dus niet. Kluivert staat echter in de basis bij een topclub en daar moet je beter presteren dan gemiddeld, dus het wordt tijd om onze blik te verbreden.

Om de prestaties van Kluivert bij een topclub in perspectief te zetten, werpen we ook een blik op de cijfers van Steven Berghuis (Feyenoord) en PSV’er Gastón Pereiro. Voor een gelijke steekproef zijn de cijfers gebaseerd op de laatste acht wedstrijden waarin zij namens hun club in de basis begonnen.

Tabel 2: De cijfers van Berghuis (Feyenoord) tijdens zijn laatste acht wedstrijden als basisspeler.
* Dikgedrukt betekent beste cijfers van de drie vergeleken spelers

Tabel 3: De cijfers van Pereiro (PSV) tijdens zijn laatste acht wedstrijden als basisspeler.
* Dikgedrukt betekent beste cijfers van de drie vergeleken spelers

Wat opvalt op basis van tabel 2 en 3 is dat de verschillen klein zijn. Berghuis en Pereiro kwamen in een vergelijkbaar aantal speelminuten tot één doelpunt meer dan Kluivert, maar gaven allebei minder assists. Bij Pereiro blijft die teller zelfs op nul staan, terwijl Kluivert er vier noteerde.

Dit verschil wordt wellicht verklaard door het aantal gecreëerde kansen van Kluivert per basisplaats. Kluiverts cijfers (2,4) zijn een flink stukkie beter dan Berghuis (1,5) en Pereiro (1,4). Ook geeft het broekie meer voorzetten dan de rechtsvoors van Feyenoord en PSV, maar wel minder nauwkeurig.

De precisie van de voorzet, dat is een punt waarop Kluivert nog een serieuze stap moet maken. Berghuis en Pereiro weten aanzienlijk vaker een medespeler te vinden met de ballen die zij richting doel afleveren. Ook als het aankomt op doelpogingen en schoten op doel, legt Kluivert het af. Berghuis en Pereiro schieten vaker en preciezer dan Kluivert.

Afbeelding 1: Alle voorzetten van Kluivert, als basisspeler en invaller, sinds zijn debuut voor Ajax.

Om dit alles te onderstrepen, zijn in afbeelding 1 alle voorzetten van Kluivert in één beeld gevangen. Rood is een voorzet die niet aankomt, groen staat voor goed en een voorzet die wel een medespeler bereikt. Er is sprake van afwijkende aantallen, omdat ook de invalbeurten zijn meegerekend. In totaal kwam Kluivert tot 61 voorzetten, waarvan er 12 slaagden.

Daarmee stonden we toch aardig op het verkeerde been wat betreft de wisselvalligheid van Kluivert. Het lijkt misschien zo – en hopelijk zit er nog veel rek in hem en wordt alles beter – maar de cijfers laten alvast zien dat er in Nederland niet direct een betere buitenspeler valt aan te wijzen.

Kluivert dribbelt relatief vaak succesvol, geeft vrij veel voorzetten en is per basisplaats bij gemiddeld 0,75 doelpunten betrokken. De streekproefgrootte is gezien zijn weinige basisplaatsen nog wat gering, maar hij heeft vooralsnog een vaste plek bij Ajax en daarom was het tijd om het vergrootglas erbij te pakken.

De grote vraag is nu natuurlijk hoe het over een maand of twee met Kluivert staat. Blijft Marcel Keizer hem opstellen, ontwikkelt hij zich als basisspeler of wordt hij de zoveelste buitenspeler die moeite heeft om door te breken? Er zijn nul garanties, slechts de tijd kan het ons leren.