Om het betaald voetbal deze zomer weer op gang te krijgen, moest er wel eerst een uitgekiend plan worden gemaakt. Erik Gudde deed dat samen met de KNVB, de eredivisie, profclubs, vakbonden en burgemeesters. Het zogeheten Deltaplan werd vrijdag overhandigd aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en werd daar positief ontvangen.

• Ajax levert grootste financiële bijdrage aan solidariteit in betaald voetbal

Het Deltaplan is behoorlijk uitgebreid en bestaat uit drie onderdelen. Allereerst is er een solidariteitsfonds, waarbij het de bedoeling is dat er een gat van ongeveer 200 miljoen euro door de sector zelf wordt opgevuld. Ajax leverde daaraan met zes miljoen verreweg de grootste bijdrage.

Maar met het solidariteitsfonds zijn nog niet alle financiële problemen opgelost en dus wordt er in het Deltaplan ook gevraagd om steun van de overheid. “Als we een heel seizoen zonder publiek spelen, komt het vangnet dat we van de overheid nodig hebben maximaal uit op 140 miljoen,” aldus Gudde voor de camera van de NOS.

Het is nog maar de vraag wanneer de stadions weer vol met supporters stromen, maar de KNVB is in ieder geval positief gestemd en heeft ook daar een plan voor opgesteld. Het is de bedoeling dat er in zeven fases weer wordt toegewerkt naar voetbal voor publiek, waarbij het betaald voetbal zich nu in fase twee – trainen onder bepaalde voorwaarden – bevindt.

Eind juni moet vervolgens de volgende fase worden ingezet, waarbij er kan worden getraind zonder restricties. Daarna staan er half juli oefenwedstrijden tussen Nederlandse profclubs op het programma, zodat de competities vanaf 1 september weer achter gesloten deuren kunnen worden opgestart. Stap zes is het eventueel spelen met een klein gedeelte aan toeschouwers, om vervolgens toe te werken naar volle stadions met ingang van januari 2021.

“De reactie van minister Van Rijn was gelukkig positief,” vertelt Gudde. “Hij vond het een realistisch en gedegen plan en is blij dat we als sector zelf al veel doen. Wij willen dus voor 1 september weer gaan voetballen. Voor mijn gevoel is dit ook voor de minister een duidelijke zaak.”