In een interview met het AD zegt Sánchez: “Ik ben pas drie jaar verdediger. Voorheen speelde ik op het middenveld. Bij mij is het dus geen kwestie van opleiden geweest. Mijn voormalige trainer bij Atletico Nacional zei op een dag: ‘Kijk eens naar je lichaam man. En kijk hoe snel je bent. Jij gaat achterin staan. Op die positive ligt veel meer toekomst voor je.”

Zijn trainer had er ogenschijnlijk kijk op, want Sánchez is bij Ajax wekelijks uitblinker. De Colombiaan wint bijna ieder kopduel, heeft een uitstekende tackle in huis en is daarnaast ook belangrijk in de opbouw van achteruit. Volgens Sánchez heeft hij zijn winnaarsmentaliteit te danken aan zijn achtergrond.

“Er is een Colombiaan gezegde: samen tot de dood. Dat heb ik van kleins af aan gehoord. Je probeert iemand tot het uiterste te helpen of te redden. En al dat dan niet lukt: dan maar samen dood. Wij worden in ons land opgevoed met overlevers. Elke dag weer. Je wordt gedrild in onze cultuur: jij bent een winnaar. Die spits ga je ‘pijn’ doen.”

Sánchez is blij met zijn keuze voor Ajax, omdat hij in Nederland leert om met een gedachte te spelen. De verdediger reageert daardoor minder impulsief dan voorheen. De Nederlandse bedachtzaamheid in combinatie met zijn Zuid-Amerikaanse temperament is volgens hem de juiste mix.

Ondanks dat Sánchez het liefst alles wil spelen gunde Peter Bosz hem in de Europese wedstrijd tegen Standard Luik (1-1) wat rust. En dat was nodig, want Sânchez speelde een absurd aantal wedstrijden in 2016. “Zeventig wedstrijden heb ik nu gespeeld,” zegt de verdediger.